Daarnaast stijgt ook het inkomen van de Vlaming. Volgens de laatste cijfers van Statistiek Vlaanderen met gemiddeld 1,2 procent per jaar, al sinds 2006. Intussen bedraagt het gemiddelde maandelijkse inkomen al 1.842 euro. Met andere woorden: de gemiddelde kandidaat-koper kan elk jaar ongeveer 20 euro per maand méér besteden aan een woonlening. Dat lijkt op het eerste zicht een klein bedrag, maar op bovenstaande standaard lening van 25 jaren kan je daarmee vandaag al gemakkelijk zo’n 5.000 euro extra budget verkrijgen bij een bank.
Inflatie
En dan is er nog de inflatie, die sinds begin vorig jaar gestagneerd is. De consumptieprijsindex stond in januari 2020 op 109,69 punten en in december 2020 op 109,49. Hij is dus zelfs lichtjes gedaald. In mensentaal: onze winkelkar is vorig jaar niet duurder geworden, maar zelfs een klein beetje goedkoper. En dat voor het eerst sinds lang. De waarde van je geld is dus ook niet gedaald, wat goed is voor je koopkracht en bijgevolg het budget dat je kan vrijmaken voor – bijvoorbeeld – het afbetalen van een woonlening.
Het probleem van bovenstaand betoog is dat het even je aandacht vraagt, dat je het even aandachtig moet doorlezen. De waarheid is nu eenmaal veel complexer dan een simpele boodschap als “de huizenprijzen stijgen” of “de huizen worden duurder”. Technisch gezien kloppen zo’n uitspraken uiteraard wel, maar ze zeggen eigenlijk niet veel over de betaalbaarheid van onze woningen.
Bekijk dus altijd alles in het juiste perspectief, met de juiste nuances en vergeet het onnodige doemdenken. Woningen in Vlaanderen blijven – tot op vandaag alleszins – behoorlijk betaalbaar. Neem overigens gerust eens kijkje naar de woningprijzen bij onze buren, de Nederlanders. De laatste prijsstijging die zij gerapporteerd hebben, in november, bedroeg maar liefst 9 procent. “That’s another cook”, zou Louis Van Gaal zeggen.